Sterre vindt het spannend om naar de brugklas te gaan. Ze is doof, maar wil absoluut geen tolk mee naar school. Wat ze wel wil? Vooral niet opvallen! Het begint goed, maar al snel merkt ze dat ze dingen mist: grapjes, informatie van de docenten. En dan heeft ze ook nog het idee dat iedereen over haar praat. Wanneer ze met haar dove vrienden is, gaat alles zó veel makkelijker… Waar hoort ze thuis?
Freek zit in de jaren ’50 op een internaat voor dove kinderen. Daar moet hij eindeloze spraaktrainingen volgen. Zijn ouders schamen zich voor hun doofheid, en verbieden Freek om gebarentaal te gebruiken als anderen het kunnen zien. Na de zoveelste aanvaring met een lerares wordt het hem te veel. Hij loopt weg.
Op een bijzondere manier vervlechten Caja Cazemier en Martine Letterie de verhalen van twee dove tieners – een in het heden en een in het verleden – die allebei hun plek zoeken in de wereld.
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.