De smaak van iets zoets is als een knuffel, als zachtjes schommelen in een hangmat. Iets bitters voelt alsof er een tand uit je mond is gevallen en je toch met je tong aan het wondje blijft voelen.
Alles heeft een smaak. Zoet, zout, zuur of bitter en in Japan kennen ze ook nog ‘umami’. Hartig, maar ook bitter en zuur. Zelfs je eigen lichaam heeft een smaak. Lik maar eens aan je arm als je hard gerend hebt. Je proeft het zout van je zweet.

Proeven doe je met je tong. Duizenden smaakpapillen zitten erop. Als je voor de spiegel gaat staan en je tong uitsteekt, dan zie je ze.
Proeven doe je met je neus. Echt waar. Neem maar eens een stukje chocola, eerst gewoon en daarna terwijl je je neus dichtknijpt. Proef je het verschil?
Proeven doe je ook met je ogen. Als je een appel ziet, verwacht je ook dat hij naar appel smaakt. Niet naar worst of soep.

Eet je iets scherps en pittigs? Iets hards, of zachts, of kleverige, zoals kauwgom. Is je eten warm of koud? Welke kleur heeft het? Een eet je alleen of met je vrienden? Alles heeft invloed op hoe jouw eten smaakt. En hoe zit het eigenlijk bij dieren? Proeven die hetzelfde als wij?

‘Smaken verschillen’ is een bijzonder boek dat kinderen op een toegankelijke manier bewust maakt van iets wat ze de hele dag door doen: proeven. De vrolijke, kleurrijke illustraties benadrukken het speelse karakter van dit informatieve boek.